Kwantitatieve 4SA – een praktijkvoorbeeld

Stel je zit Noord en je raapt de volgende hand op:

♠️ AVT5
♥️ AV96
♦️ V743
♣️ A

De bieding gaat:

O Z W N
pas 1♦️ pas 1♥️
pas 1SA pas ???

Je biedt eerst 1♥️ om te zien of er een fit in ♥️ is. Helaas blijkt die er niet te zijn. Wat weet je nu van de Zuid-hand:

  • Zuid heeft maximaal 3 ♥️ (anders had hij gesteund);
  • Zuid heeft maximaal 3 ♠️ (anders had hij eerst ♠️ geboden);
  • Zuid heeft dus minimaal 7 kaarten in de lage kleuren;
  • Zuid heeft maximaal 5 ♦️ (anders had hij de ♦️ herhaald);
  • Zuid heeft dus 2 of 3 ♣️ (want met een vierkaart ♣️ had hij die geboden);
  • Ergo: Zuid heeft een 2-5-3-3, een 3-5-2-3/3-5-3-2, of een 3-4-3-3 verdeling; kortom: een keurige SA-verdeling (4/4 laaf kan niet, want dan had hij 1♣️ geopend); 
  • De introefwaarde in deze hand is dus laag, omdat Zuid ook kort is in de ♣️;
  • Met 15-17 had hij dus 1SA geopend, dus 12-14 punt (11 punt kan niet vanwege de regel van 20)

We weten dus aardig wat van de Zuid-hand en er zijn slem-kansen (samen 30-32 punten). Het veilige slem is 6♦️, maar 6SA heeft ook zeker kansen. Wat zijn de alternatieven voor Noord:

  • 2♦️: zwak en mag je niet eens aan denken (zou 6-9 punten tonen);
  • 2SA: hetzelfde (zou 10/11 punten tonen);
  • 3♦️: dit is het cruciale bod. Hoe sterk en mag Zuid hierop passen met een minimale hand (3-4-3-3 met 12 punten). Sommigen vinden dit een absoluut forcing bod, maar deze Noord-speler wist niet 100% zeker of dit bod forcing is ofwel als forcing opgevat zou worden;
  • 3SA: laf, dat wil je niet met 30-32 punten;
  • 4♦️: alweer moeilijk. Wat is sterker? 3♦️ of 4♦️? En is 3♦️ dan sterker dan 4♦️? Lijkt me wel, dus 4♦️ valt af;
  • 4SA: kwantitatief (opmaat naar 6SA), vraagt om met een minimum (12 punt) te passen en met een maximum (14 punt) azen aan te geven. Met 13 punten moet Noord de kwaliteit van zijn hand beoordelen en beslissen om al dan niet door te gaan.
  • 5♦️: dat is een eindbod en valt dus af.

De keuze viel op 4SA. En Zuid moet nu zijn hand beoordelen:

♠️ H64
♥️ 2
♦️ AK852
♣️ HB53

Dat zijn 14 punten en de hand is dus MAXIMAAL. De Singleton ♥️ is niet fraai, maar ♥️-uitkomst is uiterst onwaarschijnlijk. De 5-kaart ♦️ met AH aan top daarentegen is weer een pluspunt. Merk op dat de herbieding van Zuid niet correct is (en inderdaad tot verkeerde conclusies leidt bij Noord): Zuid had 2♣️ moeten herbieden om zijn hand beter te omschrijven. Partner rekent op 12-14 punt en zal dus zelf ca. 18 punt hebben. 

Na een kwantitatieve 4SA antwoorden we in 5-stappen: 0-1-2-3-4 azen, zodat we in het ergste geval in 5SA kunnen eindigen.

De complete bieding zou dus moeten zijn:

O Z W N
pas 1♦️ pas 1♥️
pas 1SA pas 4SA
pas 5♦️ pas 6SA
a.p.      

 

De praktijk:

Noord paste (!!) op 4SA; resultaat: 4SA+3 (ok, de eenstanders laten een slag liggen).

4SA+3 was goed voor -8 IMP (ons nevenpaar verloor ook 8 IMP tegen 6♦️+1).

6SA+1 zou goed geweest zijn voor +6 IMP, terwijl ons nevenpaar -5 zou hebben (na herberekening van de IMPen).

Kortom: in de butler verloren we 14 IMP; in de viertallen verloren we 17 IMP.

Geef een reactie